Na het archeologisch onderzoek werd de vloer van het koor hersteld met hardstenen vloertegels. Daarbij gaf men in het koor oude grafzerken, van binnen en van buiten afkomstig, een nieuwe plek en vormen deze nu een historisch onderdeel van het interieur van de kerk. Opgemerkt dient te worden dat de stenen niet meer met het voeteneind naar het oosten “georiënteerd” zijn gelegd. Het oorspronkelijke idee achter “georiënteerd liggen” is dat bij de opstanding der doden de Messias zal terugkomen en de doden zullen opstaan uit de dood. Daarom werden de doden begraven met de voeten naar het oosten, zodat bij de opstanding het gezicht in de goede richting was gericht.
De grafstenen zijn achtereenvolgens van:
Een drietal grafstenen is bijzonder te noemen en verdienen een nadere beschrijving.
In het midden een alliantiewapen omringd door bloemenranken met links een doodshoofd en rechts een zandloper. Het gaat hier naar alle waarschijnlijkheid om een dochter van Herman Holtman en Geertjen Oering. Zij staan vermeld met hun wapens op het gotische kruis uit 1575, naast de zij-ingang buiten. De jongste dochter van Herman en Geertje, met de naam Metjen, geboren rond 1565, trouwt met Johan van Berchem uit Doesburg, zoon van Johan van Berchem en Wemmera Winckelmans.
Het alliantiewapen toont links het wapen van Van Berchem, een liggende stormladder en rechts van Holtman, drie voetangels of ook wel omgekeerde gaffels genoemd. Dezelfde wapens zijn eveneens links en rechts aan de bovenkant te zien. Rechtsonder het wapen van Oering, drie rechterschuinbalken en linksonder het wapen van Winckelmans met drie linker winkelhaken. Wanneer Metjen en Johan overleden zijn is niet bekend, vermoedelijk ergens tussen 1600 en 1650.De Stichting Kerkelijk Kunstbezit dateert in 1983 de steen op 1550.