Gehuwd met Carel Anton Ferdinand, graaf van Aldenburg Bentinck (1792-1864). Te vinden aan de noordzijde van het schip.
Dit rouwbord is eveneens niet van hout, maar van antracietgrijs marmer en is 300 cm hoog en 153 cm breed. Het is in of na 1899 gemaakt. Het bord heeft bovenaan een bekroning in de vorm van twee barokke voluten. In het fries de tekst “Ik ben de opstanding en het leven”.
Het veld, de plaquette, is omlijst met zuilen voorzien van een kapiteel met daarboven een rondboog met in het midden een volutesteun.
Aan de onderzijde links en rechts consoles met een grijs geschilderd acanthusblad.
Op het middenpaneel een wit marmeren plaquette met in de rondboog de alliantiewapens van Van Aldenburg Bentinck en van Waldeck Limpurg. Het geheel geplaatst op een rode mantel, gevoerd met hermelijn en met gouden franje en koorden (kordeliers) en gedekt met de kroon der vorsten van het Heilige Roomse rijk, rood uitgevoerd.
Aan weerszijden op de pilasters met daarin op een wit marmeren achtergrond de kwartierwapens. Links de wapens van de grootouders van vaderszijde en rechts de wapens van de grootouders van moederszijde.
De tekst:
“Caroline Mechtild Emma
Charlotte Christine Louise
Gravin van Aldenburg Bentinck
Gravin van Waldeck Limpurg
Geb vrouwe van Waldeck
Pyrmont, vrouwe van
Gaildorf enz enz. Douairière
van Carel Anton Ferdinand
graaf van Aldenburg Bentinck
Heer van Middachten enz. enz.
Geboren te Bergheim in Waldeck
23 junij 1826
Overleden te Middachten
28 februari 1899
Waldeck PyrmontSchilling von Canstatt
Ysenburg BudingenSchenk v Geyern
Sols AssenheimBowinghausen Walmerode
Reventlowv Reumont“
Caroline Mechtild is een afstammeling in de 4de graad van graaf Christiaan Lodewijk zu Waldeck- Wildungen, tevens graaf van Pyrmont. Koningin Emma is via de vorstelijke lijn in de 6 de graad weer een afstammeling van hem.